boeken. gelezen. goedgekeurd.
Welkom bij Bibliomania, de online specialist in tweedehands boeken
FR  •  NL
Winkelmand
0
Rhode-Saint-Genèse en cartes postales anciennes / Sint-Genesius-Rode in oude prentkaarten
Gebonden (doek) / 76 bladzijden / uitgave 1973
taal (talen) : frans, nederlands
afmetingen : 150 (h) x 210 (b) x 10 (dk) mm
gewicht : 255 gram
Dit boek is
momenteel niet
beschikbaar bij
Bibliomania
En ce qui concerne les nouveaux habitants, que rien de particulier n'a
attirés à Rhode, sinon la possibilité de trouver un logement, il faut
éveiller leur intérêt pour tout ce qui les entoure, les vieux toponymes,
les usages, les vestiges du passé, de sorte qu'ils s'attachent ainsi à
leur tour à notre commune. Espérons que le présent petit album contribuera
à exaucer ce voeu de Constant Theys, l'historien de notre commune. Rhode-
Saint-Genèse n'a rien à voir avec l'île de Rho-dos, non plus qu'avec la
Genèse d'ailleurs: son nom, qui apparaît dès 1141 sous la forme latine
"Roda" vient du flamand "rode" désignant un sart, une étendue défrichée.

Quant à Saint-Genèse, il s'agit d'un martyr chrétien, honoré comme
protecteur des comédiens et... des voleurs, et réputé pour la guérison des
verrues et des tumeurs.

Bien des vestiges de la forêt de Soignes, qui couvrait entièrement notre
commune jusqu'au moyen-âge, subsistent encore à l'ouest de la chaussée de
Waterloo et de la drève Brassine, qui marquent les limites occidentales de
la forêt actuelle. Ce n'est qu'au dix-neuvième siècle que ce caractère
forestier s'est atténué du fait des défrichements effectués par la Société
Générale après sa création en 1822, lesquels ont donné naissance à de
nombreuses exploitations agricoles. De grosses fermes existaient cependant
déjà avant 1800, notamment celles de Boesdael, Ingendael, Lansrode, Hof-
ten-Hout, Sept Fontaines dont des bâtiments subsistent encore.

A partir de la fin du dix-neuvième siècle, la création de nouveaux modes
de communication (train, tram, avenues pavées, puis macadamisées) a
bouleversé la plupart des sites de notre commune, a soudé les anciens
hameaux les uns aux autres au point que leur souvenir n'est plus conservé
que dans la toponymie. Les guinguettes ont disparu ou se sont
transformées. S'inspirant du corso fleuri de l'Espinette Centrale,
aujourd'hui disparu, un groupe d'habitants du ,,Village" a eu l'heureuse
idée d'immortaliser les activités des anciens habitants en créant deux
géants: Tist (Baptiste), le fabricant de balais (,,bezembinder" était le
surnom des Rhodiens de jadis), un peu braconnier et voleur de bois à
l'occasion, et Triene (Catherine), fa-bricante de succulentes tartelettes
comme on n'en fait plus.

Les souvenirs du passé rhodien n'ont donc pas tout à fait disparu. Les
cartes-vues et les photos anciennes qui suivent sont d'excellents
documents pour reconstituer la ,,belle époque" (qui ne fut pas belle pour
la plupart des gens, ne l'oublions pas...). Que le spectacle de tous ces
jolis coins disparus ou abîmés nous apprenne à respecter un peu mieux ceux
qui ont subsisté par miracle... jusqu'à quand? Cet album n'a pu être
réalisé que grâce aux renseignements et aux documents aimablement prêtés
ou donnés par Mesdames De Cort, Delpierre, Duson, Gofflot, Ruelle et
Savelberg et par Messieurs Charles Carpen-tiers, Jean de Meurs, Charles
Demunter, Emile Figeys, Jacques Lemercier, Paul Martens, Alexandre Mossel-
mans, Pierre Olivier et Jacques Vandenbergen. Que tous soient ici
remerciés pour leur précieuse collaboration.


Wat de nieuwe inwoners betreft, zonder dat iets bijzonders hen heeft
aangelokt dan de mogelijkheid er een huisvesting te vinden, bij dezen moet
de belangstelling gewekt worden voor alles wat hen omringt, de oude
plaatsnamen, de gebruiken, de overblijfselen van het verleden, zodat ze
aldus op hun beurt aan onze gemeente gehecht geraken. Dit boekje probeert
bij te dragen tot de vervulling van deze wens van onze geschiedschrijver
Constant Theys.

De naam van onze gemeente verschijnt in 1141 in de Latijnse vorm "Roda" en
neemt vanaf 1190 zijn definitieve vorm aan, soms afgekort tot "Roo". Zoals
de naam aanduidt, is de geboorte van Rode verbonden met het woud en bijna
heel zijn geschiedenis houdt hiermede verband. In 1824, vóór de door de
Algemene Maatschappij gedane ontginningen, telde Rode nog
vierendertighonderd bunder bos; thans blijven er nog ongeveer zevenhonderd
hectare woud over, waaraan dienen te worden toegevoegd de grote domeinen
die, al is het gedeeltelijk, hun woudaanzicht hebben bewaard en meer in
het bijzonder het geklasseerde landschap van "Zeven Bronnen".

Voor 1800 waren er meerdere grote hoeven, waarvan er drie nog in bedrijf
zijn, namelijk die van "Zeven Bronnen", "Hof-ten-Hout" en "Boesdael";
laatstgenoemde wordt bedreigd door een verkavelingsplan voor sociale
woningen. Hetgeen hier te betreuren valt is het feit dat in genoemd plan
geenszins het behoud van deze hoeve, die bij de mooiste van onze streek
gerekend kan worden, werd voorzien. Van woud- en landbouwgemeente
evolueert onze woonplaats meer en meer tot een verblijfsgemeente, vooral
sedert de aanleg van de spoorverbinding Brussel-Luttre, die de "Hut" van
het "Dorp" heeft gescheiden, en van de buurtspoorweg, die onlangs door een
autobusdienst werd vervangen. De oude wegen zijn verdwenen of werden in
brede asfaltlanen veranderd; de "pot van Rode", befaamd vóór 1795, omdat
hij groter was dan die van Brussel, heeft de plaats moeten ruimen voor
banale glazen... hetgeen de ware Rodenaars echter niet belet, bij
gelegenheid, een of meerdere „gueuzes" te drinken.

Al is de bloemenstoet, die tussen 1935 en 1950 door de "Midden-Hut" trok,
verdwenen, de twee daaruit geboren reuzen, Tist en Triene, danken
gelukkigerwijze hun herrijzenis aan de inwoners van het "Dorp" die door
hen eraan herinnerd werden dat hun voorzaten „bezembinders" of
"taartjesvrouwen" waren. Opdat alle herinneringen aan de "goede oude tijd"
zouden bewaard blijven, werden in dit album prent-kaarten en oude foto's
verzameld die betrekking hebben op het leven in Rode nu meer dan vijftig
jaar geleden. U zult wel bemerken dat vele landschappen zijn verdwenen of
ingrijpend gewijzigd werden; het weinige wat ervan overblijft wordt
voortdurend bedreigd door nieuwe gebouwen en allerhande werken. Vindt u
niet dat deze oorden, die aan onze gemeente een zekere bekoring verlenen,
behouden dienen te blijven, daar hun verdwijning tegelijkertijd het
verlies zou betekenen van deze bekoorlijkheid? Dit boek werd geschreven
dank zij de inlichtingen en de documenten die geleend of afgestaan werden
door de dames De Cort, Delpierre, Duson, Gofflot, Ruelle en Savelberg en
de heren Charles Carpentiers, Jean de Meurs, Charles Demunter, Emile
Figeys, Jacques Lemercier, Paul Martens, Alexandre Mosselmans, Pierre
Olivier en Jacques Vandenbergen. Ik dank hen allen.
gelijkaardige artikelen zoeken per categorie
gelijkaardige artikelen zoeken per onderwerp: