Na de ‘Slag om Engeland’ hadden de Britse jagers de handen vrij om samen met de Blenheim- en Bostonbommenwerpers het bezette Europese vasteland overdag te bestoken. Vooral de haveninstallaties, diverse industrieën, vliegvelden en krachtcentrales waren drukbezochte doelwitten. De Duitse Luftwaffe bouwde inmiddels langsheen de Noordzee een aantal vliegvelden uit van waaruit de Britse aanvallers onderschept konden worden (Maldegem, Moorsele, Wevelgem,...). Vooral boven Vlaanderen ontsponnen zich hectische luchtgevechten tussen Duitse en geallieerde jagers. Van zodra de Wehrmacht haar vliegtuigen vooral boven het Oostfront nodig had, trachtte de RAF door voortdurende aanvallen een belangrijk deel van de Duitse oorlogsinspanning boven onze contreien te houden.
Het was een bittere strijd, waarin vooral de RAF erg zware verliezen moest incasseren.
Maar in 1942 zou het tij langzaam keren. De Britten kregen er immers een machtige bondgenoot bij. De Amerikaanse Achtste Luchtmacht zou vanaf 1942 de geallieerde gelederen komen versterken.
Dit deel eindigt met de laatste nachtelijke missies van het Bomber Command langsheen de Belgische kust. Het waren eveneens missies die het leven van ongehoord veel manschappen zouden vergen.
andere publicaties door Cynrik De Decker
andere publicaties door Jean-Louis Roba
gelijkaardige artikelen zoeken per categorie
gelijkaardige artikelen zoeken per onderwerp: