Cinquante ans après, des murs nous parlent, des murs nous interpellent. Ces témoignages de l'ultime, l'historien ne pouvait les ignorer, le citoyen se devait de les faire connaître. Faire sortir les murs des caves douloureuses, porter leur message à la lumière.

Avertis de la découverte d'André Dartevelle, nous avons estimé nécessaire de rendre accessibles à tous ces appels, du moins les plus lisibles et les plus significatifs. Nous pensons que notre mission scientifique comporte ce devoir. L'œuvre, collective, se passe de commentaires. Nous y avons joint quelques données élémentaires utiles à la compréhension et à l'identification du lieu et des auteurs présumés. Que tous ceux qui se sont joints à nous pour ce faire en soient remerciés.

José Gotovitch, Directeur du Centre de Recherches et d'Etudes Historiques de la Seconde Guerre Mondiale.

Ma découverte des caves du 347

Je n’oublierai jamais cet après-midi d’octobre 1994, les façades et les arbres de l’avenue Louise que je remontais avec mon assistante Marianne en direction du rond-point du Roi. J’avais pris rendez-vous avec le syndic de l'immeuble occupé naguère par la police SS. "Il n’y a plus aucune trace de l’occupation; aucun propriétaire ne m’en a jamais signalée, je n’ai rien vu... Vous vous trompez d’immeuble...". Je n’oublierai jamais le brouillard ensoleillé, les sons amortis de l’avenue arrachée à sa quotidienneté par une soudaine fête boréale.

Je voulais faire le tour des lieux de mémoire et de torture, pour mon futur film "A mon Père Résistant". J’avais souvent vu passer le numéro 347 de l’avenue Louise dans les témoignages écrits de Résistants et surtout dans les dossiers lus et relus au Ministère de la Santé publique. L’un d’eux m’avait touché; celui de José Van Boom, militaire de carrière, très croyant, engagé en Résistance par patriotisme. Bien plus, Il me semblait habité par la conviction profonde d’un devoir supérieur à accomplir pour sauver la valeur et le prestige non pas de l’uniforme, mais de l’idée du [...]


Vijftig jaar later spreken de muren alsnog tot ons, ze manen ons aan. Aan deze getuigenissen over het uiterste kun je als geschiedkundige niet voorbij, als burger is het je plicht ze bekend te maken. De muren bevrijden uit hun smartelijke kelders, hun boodschap in volle daglicht brengen.

Toen André Dartevelle ons van zijn ontdekking op de hoogte bracht, twijfelden we er niet aan dat deze oproepen iedereen moesten bereiken, zeker de best leesbare, de meest betekenisvolle. Dat behoort tot onze wetenschappelijke taak. Dit werk, een onbedoeld groepswerk, heeft geen commentaar nodig. Maar waar nodig voegden we enkele gegevens toe die een beter begrip en identificatie van het oord en van de vermoedelijke auteurs mogelijk maken. Dank aan allen die ons hierbij geholpen hebben.

José Gotovitch, Directeur van het Navorsings- en Studiecentrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.

De ontdekking van de kelders op nummer 347

Nooit vergeet Ik die oktobernamlddag van 1994. Op weg naar het gebouw waar destijds de SS-politie huisde, liep ik samen met mijn assistente Marlanne langs gevels en bomen van de Louizalaan. We hadden een afspraak met de beheerder van het gebouw. "Niet het minste spoor meer van de bezetting. Nooit meldde een eigenaar Iets. Zelf heb Ik nooit iets gezien. U vergist zich van gebouw...". Nooit vergeet Ik het zonlicht dat door de mistslierten priemde, het gedempt verkeerslawaai van de laan die door het herfstlicht minder alledaags leek.

Met het oog op mijn film "A mon Père Résistant" wou ik de martel- en gedenkplaats van naderbij leren kennen. Nummer 347 van de Louizalaan was ik vaak tegengekomen in getuigenissen van verzetsstrijders en in hun dossiers die ik steeds weer herlas op het Ministerie van Volksgezondheid. Vooral het dossier van José Van Boom had me getroffen. Deze zeer gelovige beroepsmilitair, uit vaderlandsliefde bij het verzet gegaan, werd bewogen door een diepgeworteld plichtsbewustzijn de hogere waarde en prestige te vrijwaren, niet van het uniform, maar van de burger-soldaat, het leger als [...]