De beul van de fiets. Le Géant. De zwarte van Tervuren. Een paar mooie bijnamen had hij, maar meestal werd hij gewoon “De kannibaal” genoemd. Of het nu ging om de grote wielerklassiekers of om kermiskoersen: Eddy Merckx’ honger naar overwinningen was niet te stillen. Zwakke plekken had hij eigenlijk niet. Merckx was de snelste tijdrijder, hij was de beste klimmer en hij kon ook nog eens goed sprinten. Hij kan met recht de meest complete renner uit de geschiedenis worden genoemd.
Merckx won maar liefst vijf keer de Tour de France en sleepte vier wereldtitels in de wacht - om maar een paar feiten van zijn indrukwekkende palmares te noemen. In 1972 verscherpte hij het werelduurrecord tot 49,431 kilometer. Dat record is later wel verbeterd, zoals ondertussen ook de fietsen verbeterd werden, en de trainingsomstandigheden gemoderniseerd. Velen beschouwen het record van Merckx, gereden op een gewone koers-fiets, nog steeds als de ultieme prestatie in de geschiedenis van de wielersport.
In feite was er geen bepaald aspect van het wielrennen waarin Merckx in het bijzonder uitblonk. Zijn atletisch lichaam en ijzeren motivatie maakten het verschil. En dat van de eerste koers van het seizoen tot en met de laatste. Op de vraag of hij een advies had voor jonge ambitieuze renners, antwoordde hij ooit: “veel fietsen!” Het typeerde de kannibaal ten voeten uit.
Toen Eddy Merckx in 1978 met wielrennen stopte, had hij de heerlijke brok wielergeschie-denis geschreven die u gedetailleerd terugvindt in dit boek. In 1996 kreeg hij de titel van baron.
andere publicaties door Philippe Brunel
andere publicaties door Rik Vanwalleghem
gelijkaardige artikelen zoeken per categorie
gelijkaardige artikelen zoeken per onderwerp: