In 1953 werden de eerste vier van in totaal zes diesel-elektrische locomotieven serie 2600 indienstgesteld bij de Nederlandsche Spoorwegen. Deze zesassige machines met een dienstvaardig gewicht van 108 ton waren ontworpen voor het trekken van reizigerstreinen; hiertoe waren ze voorzien van een verwarmingsgenerator die het mogelijk maakte de aangekoppelde rijtuigen te verwarmen.

In de praktijk bleken de zogenoemde Beelen zo slecht te voldoen dat ze al na vijf jaar werden afgevoerd en in 1960 voor sloop verkocht. Hoofdoorzaak van alle problemen was de toegepaste langzaamdraaiende dieselmotor, die niet opgewassen bleek tegen wisselende belastingen en de hierdoor optredende temperatuursverschillen.

In dit boek wordt met name de ontstaansgeschiedenis uitgebreid besproken: een langdurige en moeizame fase waarin vijf Nederlandse industrieën probeerden om de ontworpen locomotief aan de eisen van de NS te laten voldoen. Een groot deel van de order voor oorspronkelijk 27 locomotieven werd in 1948 geannuleerd. De zes uiteindelijk gebouwde machines vielen dermate zwaar uit dat ze voor de NS moeilijk inzetbaar bleken.

Niet veel minder goed heeft NS-locomotief 2801 voldaan, die in 1962 op de baan kwam als vrucht van een Nederlands-Franse samenwerking. Deze vierassige machine werd ontwikkeld door het consortium Le Matériel de Traction Diesel-Electrique (MTDE) als prototype van een Europese standaardlocomotief. De ook hier moeizame verhoudingen tussen hoofdaannemer Werkspoor en de NS maakten dat het verhelpen van onvermijdelijke kinderziekten onwenselijk lang duurde en de locomotief geruime tijd geen dienst kon doen. Reeds in 1968 werd de 2801 buiten dienst gesteld en in 1972 verkocht aan het Zeehavenbedrijf te Dordrecht als stroomleverancier voor een hijskraan. Hier ging de aanvankelijk met veel ambitie ontworpen machine langzaam ten onder, om tenslotte in 1983 als onherkenbaar wrak te eindigen.

Behalve een beschrijving van de constructie van de beide typen, komen ook de dienstuitvoering en praktijkverhalen van bedienend personeel aan bod in deze uitgave. Veel nog niet eerder gepubliceerde foto's en tekeningen illustreren de tekst.